Bij de kreet ‘scheef paard’ zou je haast aan de toren van Pisa denken: een bijna omvallend gevaarte ;-) Een paard kan echt op die manier scheef zijn, dus naar één kant hangen. Let er maar eens op, er zijn best veel paarden die dat doen.
Maar een paard kan nog op meer manieren scheef zijn, bijvoorbeeld door niet te ‘sporen’ (achtervoeten in spoor van voorvoeten).
Je kunt een scheef paard natuurlijk gewoon scheef laten zijn en denken: “Zo is hij nu eenmaal”. Maar er zitten behoorlijke nadelen aan zo’n scheef paard:
Nadeel 1: Je paard slijt ervan
Als een auto niet goed uitgelijnd is slijten de banden extra. Ik wil een paard natuurlijk niet met een auto vergelijken, maar je kunt je voorstellen dat een scheef paard ook extra slijt. Door je paard ‘uit te lijnen’ verminder je dat.
Uitzonderingen zijn er natuurlijk altijd (net als die kettingrokende opa die toch stokoud werd). Zo had ik ooit in de B een zeer goed bewegend, maar superscheef paard in de baan. De ruiter hing half naast het paard. Het was allemaal zo scheef, dat ik verbaasd was dat het paard nog zo kon bewegen en dat ze zelfs een proef doorkwamen. Winstpuntwaardig was het dus duidelijk niet ;-)
Tot mijn verbazing kreeg ik de combinatie jaren later in de M2 weer in de baan. De scheefheid was eerder erger dan beter geworden en de ruiter hing er nog net zo naast. De beweging waren minder dan in mijn herinnering, maar het paard liep weer zijn proef door en was niet kreupel. Ongelofelijk, want dit paard moest heel wat scheve kilometers in de benen hebben. Het was echt zo’n combinatie die naar alle wedstrijden ging om de winstpunten bij elkaar te sprokkelen. En dat kennelijk nog volhield ook.
De meeste paarden houden jarenlang scheeflopen niet vol. Die krijgen grote of kleine problemen of beginnen te steigeren, bokken of willen helemaal niks meer.
Nadeel 2: Je hebt een groot verschil tussen je oefeningen
Je hebt een groot verschil tussen oefeningen op de ene hand en op de andere. Als je in een groepsles zit, vind je het heel vervelend als je van hand moet veranderen. Dan gaat alles ineens veel moeizamer.
Je rijdt je oefeningen vooral op de makkelijke hand. Daardoor gaat dat steeds beter, waardoor het verschil steeds groter wordt. Of je oefent ze wel op de moeilijke hand, maar dat mislukt iedere keer, zodat je er gefrustreerd mee stopt.
Als je vooral buitenrijdt, rijd je het makkelijkst op een van beide voorbenen licht: dat gaat vanzelf. Net als die ene galop, die gaat ook altijd makkelijker en kan je paard veel langer volhouden. Als je niet oppast train je op het andere been lichtrijden en de andere galop vanzelf minder. Dat gaat gewoon niet zo fijn ;-)
Nadeel 3: Je gaat aan jezelf twijfelen
Je gaat twijfelen of je zelf niet ontzettend scheef bent. Misschien hang jij van nature wel rechts naast je paard en heeft dat niks met je paard te maken. Of misschien heb jij wel een lang en een kort been en voel je daarom meer druk in die linkerbeugel.
Dat is ook een kip-of-ei verhaal. Is je paard nou scheef omdat jij scheef bent of net andersom? Of voel jij je alleen scheef omdat je paard scheef is? Aan je eigen scheefheid kun je ook zonder paard prima werken.
Je raakt zelf uit balans op een scheef paard. Het is gewoon veel moeilijker om in het midden te blijven zitten op een scheef paard dan op een recht paard.
Nadeel 4: Je scoort lager in je proeven
Als je paard scheef is krijg je – als het goed is – een lager cijfer voor “Het rechtgerichte, ontspannen en in aanleuning gaande paard”. Maar die scheefheid komt in veel oefeningen naar voren: je voltes rechts gaan veel slechter dan links, of (helemaal vervelend!) je paard wil niet in de linkergalop. Je schouderbinnenwaarts gaat op de ene hand helemaal niet en je travers juist op de andere hand. Dat kost allemaal punten!
Nadeel 5: Je paard heeft lekverlies
Scheefheid zorgt voor lekverlies. Als een paard bijvoorbeeld iets over de buitenschouder wegloopt, lekt bij die buitenschouder de impuls eruit. Die komt dus niet helemaal aan de voorkant terecht. Daardoor gaat je paard veel minder goed dan hij kan. Je moet dan veel harder werken om ervoor te zorgen dat er meer impuls aan de achterkant in komt.
Vergelijk het met een waterslang die aan de achterkant van je paard begint. Die slang loopt helemaal door tot aan de mond van je paard. Daar komt al het water dat aan de achterkant begint eruit :-) Heb je (bijvoorbeeld bij die buitenschouder) een gaatje in de slang dan lekt daar water weg. Dat is zonde, want dan moet de kraan meer open om genoeg water aan de voorkant te krijgen.
Nadeel 6: Je paard kan niet ontspannen
Dat nadeel vind ik zo logisch, dat ik bijna vergeten was het te noemen. Een scheef paard is steeds ergens in zijn lichaam aan het compenseren. Daardoor kan het niet ontspannen.
Rechter worden
Ik werk zelf graag ’tegelijk’ aan de scheefheid van ruiter en paard. Door de ruiter rechter te krijgen verandert het paard mee en door het paard rechter te krijgen wordt rechter zitten voor de ruiter makkelijker. Neem contact op als je daar hulp bij wilt.
© Albertine ’t Hoen
NB Zoek je een expert op het gebied van rechtrichten van je paard? Ik heb zelf ervaring met de lessen van Mireille den Hoed en Karmie Stroeve en kan je hen van harte aanbevelen.