Achterover op je paard? Dit stappenplan helpt!

stopcontact

Ik zit met doorzitten wel rechtop, maar heb mijn bekken iets gekanteld. Ik vind deze zit zelf erg fijn, maar heeft het paard hier last van? Ik blijf namelijk wel heel stil zitten.” Dat vroeg Maud een paar weken geleden bij 10 Tips voor beter doorzitten.

Maud bleek haar bekken naar achteren te kantelen en haar rug bol te maken. Er zijn ook ruiters die hun hele bovenlichaam wat naar achteren hebben. Misschien doe jij ook wel een van die twee. Hier lees je waarom je dat beter niet kunt doen en hoe je het kunt veranderen.

Ga je juist teveel naar voren? Dan is het stekker- en stopcontactverhaal hieronder ook interessant voor jou en kun je in Zo blijf je stevig in het zadel nog meer tips lezen.

Waarom je bekken naar achteren kantelen of achterover zitten niet goed is

Het voelt vaak best lekker ontspannen om een beetje achterover te zitten of je bekken naar achteren te kantelen. Het lijkt of je zo veel makkelijker kunt blijven zitten. Toch is het niet goed voor je. Je ruggengraat is niet neutraal en wordt daardoor extra belast. Op termijn kun je daar vervelende klachten van krijgen.

Voor het paard is het ook niet fijn. Je draagt je eigen lichaamsgewicht slecht. Dat maakt je voor het paard veel zwaarder dan je werkelijk bent. Denk maar eens aan een hangend en tegenstribbelend kind op je arm. Of een kind dat kwiek rechtop zit. Die laatste voelt veel lichter :-)

Doordat je niet goed in balans zit komt er meer gewicht achterin het zadel. Dat voelt je paard en daar kan hij last van hebben.

Als je achterover zit of je bekken naar achter kantelt wijzen je zitbeentjes* naar voren. Daardoor heb je een minder goede verbinding met je paard. Het is veel beter – maar best moeilijk :-( – om je zitbeentjes naar onder te laten wijzen.

Stekker en stopcontact

Ik vergelijk de zitbeentjes van een ruiter weleens met de pinnetjes van een stekker. Een stekker past maar op één manier in het stopcontact. Eigenlijk is dat met je zitbeentjes net zo. Die passen maar op één manier echt goed op je paard.

Bij een stekker die niet goed in het stopcontact zit, doet je apparaat het gewoon niet. Maar… bij een paard kun je smokkelen. Ook al wijzen je zitbeentjes naar voren of naar achteren, je paard loopt wel. Oké wat minder lekker misschien, maar hij loopt wel. Dat lukt bij een stekker dus echt niet.

Met dat idee in je achterhoofd snap je veel beter waarom het zo belangrijk is dat je zitbeentjes echt op de juiste manier verbinding maken met de paardenrug. Alleen met de juiste verbinding kun je (uiteindelijk) op de makkelijkste manier zitten op je paard. En het beste je hulpen geven. Je zit communiceert optimaal met je paard.

Tja, dat is allemaal leuk in theorie, maar dan de praktijk :-( Die is vaak veel lastiger. Het kan super moeilijk om je zitbeentjes recht naar beneden te houden. Ze willen te graag naar voren wijzen. Dan kunnen deze 5 stappen je helpen:

Stap 1. Controleer of je zadel goed ligt

Zit het diepste punt van je zadel in het midden? Als je een balletje erop zou leggen, waar komt dat dan terecht?

Als het diepste punt te ver naar achteren ligt, kun je dat tijdelijk corrigeren door er aan de achterkant iets onder te doen (een opgevouwen handdoek of speciale pad bijvoorbeeld). Je zadel gaat daardoor vaak wel slechter liggen op je paard. Dit is dus echt een noodoplossing die jou even helpt voelen hoeveel verschil je zadel maakt.

Stap 2. Controleer hoe je beugels hangen

Check nu waar je beugel hangt t.o.v. het diepste punt van het zadel. Als de beugelophanging te ver naar voren is (meestal meer dan een ruime handbreed verder naar voren dan het diepste punt van je zadel) kunnen je voeten vanzelf te ver naar voren gaan. Daardoor zullen je zitbeentjes makkelijk naar voren gaan wijzen.

Bij sommige zadels kun je je beugelriemen zelf wat verder naar achter hangen. Anders kun je soms als noodoplossing iets om je beugelhaak heen maken (een martingaalstopje of zo) waardoor je beugel wat verder terug komt te hangen. Ook dit is echt weer een noodoplossing om je even het andere gevoel te geven.

Deze eerste twee tips zijn lastiger als je geen eigen paard hebt. Maar je kunt hierdoor wel inschatten wat van jou is en wat door zadel en beugels komt.

Stap 3. Oefen zonder paard

zitbeentjes

Op het plaatje hiernaast zie je je bekken van voren. Nr. 3 is je linkerzitbeen; het onderste stukje is je linkerzitbeenknobbel. De meeste mensen noemen hun zitbeenknobbel hun zitbeentje, dus dat doe ik voor het gemak hier ook.

Voel op een harde stoel hoe jij je zitbeentjes hebt. Ga op je handen zitten om dat extra goed te voelen. Veel ruiters merken dat die zitbeentjes groter en platter zijn dan ze dachten.

Kantel je bekken nu naar voren en naar achteren en voel hoe je zitbeentjes kunnen bewegen. Ze rollen bijna over je handen. Vind je het lastig om je bekken naar voren te kantelen? Dan kan het je helpen om je navel of borstbeen en sleutelbeentjes naar voren te brengen.

Experimenteer met je zitbeentjes meer naar achteren en meer naar voren te laten wijzen. Doe dat langzaam en met aandacht. Voel welke spieren je gebruikt om je zitbeentjes naar voor en achter te laten gaan.

Zoek dan het neutrale midden op, dus waar je zitbeentjes recht naar beneden wijzen. Je sleutelbeentjes, borstbeen, navel en schaambeen zitten dan ongeveer op één lijn. Onthoud goed hoe dat voelt en haal dan langzaam je handen weg.

Weet je nog waar het neutrale midden was? Kun je dat ook langer volhouden? Waarschijnlijk zit je per dag meer uren op een stoel dan op een paard :-) Dus je kunt veel vaker trainen met de juiste houding dan alleen wanneer je paardrijdt. Gewoon als je achter je bureau zit bijvoorbeeld.

Stap 4. Oefen op het stilstaande paard

Doe nu hetzelfde op het paard. Laat iemand je paard vasthouden zodat jij je helemaal op je zit kunt concentreren. Ga opnieuw op je handen zitten en kantel je bekken naar voren en naar achteren. Doe het weer langzaam en met aandacht.

Zoek opnieuw het neutrale midden. Voel weer wanneer je zitbeentjes recht naar beneden wijzen. Dus wanneer de pinnetjes precies in het stopcontact passen.

Haal dan langzaam je handen weg en voel hoe je zitbeentjes op precies dezelfde manier in het zadel blijven: recht naar beneden. Raak je het toch kwijt? Kantel dan naar voren en naar achteren tot je het midden hebt gevonden. Ga desnoods nog eens op je handen zitten om het weer goed te kunnen voelen.

Stap 5. Oefen in beweging

Kun je in het halthouden goed blijven zitten? Ga dan in stap en blijf met je aandacht bij je zitbeentjes. Ook dan blijven ze recht naar beneden wijzen. Denk weer aan de pinnetjes van de stekker. Zo blijf je steeds optimaal in verbinding met de paardenrug.

Lukt het in stap nog niet zo? Misschien helpt het om je navel of borstbeen en sleutelbeentjes verder naar voren te brengen. Ga anders terug naar het halthouden om rustig opnieuw te voelen en het neutrale midden weer op te zoeken.

Neem kleine stapjes en overhaast niks. Pas als het in stap goed lukt draaf je aan. Raak je het kwijt, dan begin je weer in stap of halthouden. Niks mis mee! Je hebt het jarenlang anders gedaan, je kunt niet verwachten dat het nu in een keer goed gaat :-)

Kortom: Denk met paardrijden aan de stekker en het stopcontact en laat je zitbeentjes net zo’n goede verbinding met de paardenrug maken.

© Albertine ’t Hoen

NB Lukt het je ondanks het stappenplan toch niet? Neem contact op, ik help je graag verder.

*Eigenlijk zijn het je zitbeenknobbels: het deel van je zitbeen waar je op zit (zie ook het plaatje bij stap 3).

Lees ook: