Je zitbeentjes* vormen een belangrijke verbinding met je paard. Die verbinding wil je graag zo goed mogelijk hebben. Hoe beter je op die zitbeentjes zit en hoe subtieler je daar mee kunt spelen, hoe beter je kunt paardrijden.
Toch blijkt het vaak best lastig om echt goed op die zitbeentjes te zitten. Sommige ruiters blijken zelfs hun zitbeentjes nauwelijks te voelen.
Daarom hier een paar oefeningen om je bewuster te worden van je zitbeentjes. En natuurlijk ook om er beter op te gaan zitten, zodat de verbinding met je paard nog beter wordt.
Op het plaatje hierboven zie je vanaf de zijkant waar je zitbeentjes zitten. Op het plaatje staat Seat Bone daar net onder. Je Spine is je ruggegraat, met onderaan je staartbotje en je Pubic Bone is je schaambeen. Je zitbeentjes vormen dus het onderste deel van je bekken.
Oefeningen zonder paard
Deze oefeningen kun je zonder paard doen. Te paard kan eventueel ook, als je iemand kunt vinden die jouw paard vast wil houden, zodat je zelf rustig kunt voelen en experimenteren.
Ga op een stoel met harde zitting op je handen zitten. Voel even wat voor jou het prettigste is: met je handpalmen naar boven of juist naar beneden. Neem nu het volgende eens waar:
- Kun je je zitbeentjes voelen? Meestal voel je ze meteen als je op je handen gaat zitten. Vind je ze toch moeilijk te voelen? Til dan even een knie en voet op, dan voel je je zitbeentje aan die kant duidelijker.
- Voelen je zitbeentjes gelijk? Of voel je links duidelijker dan rechts? Of juist andersom?
- Welke richting gaan je zitbeentjes uit? Wijzen ze recht naar beneden? Of juist meer naar voren of naar achteren? Is dit voor beide zitbeentjes hetzelfde? Of zit daar verschil in?
Naar voren en naar achteren
Ga nu eens aan de slag met wat bewegen. Blijf zitten, maar laat je zitbeentjes bewust meer naar achteren wijzen. Dat doe je door je bekken naar voren te kantelen, je je rug wordt dan hol.
Kun je je zitbeentjes ook meer naar voren laten wijzen? Dat doe je door je bekken naar achteren te kantelen, je rug wordt dan bol. Wat vind je makkelijker: naar voren laten wijzen of juist naar achteren?
Zoek nu het neutrale midden weer op: het punt waar je zitbeentjes recht naar beneden wijzen. Op dat punt zul je ook geen holle of bolle rug hebben, maar is je rug precies goed. Kijk in een spiegel naast je of vraag iemand om feedback zodat je weet of je gevoel klopt.
Ga nu gewoon op je stoel zitten, dus niet meer op je handen. Speel nog eens met naar voren en naar achteren laten wijzen van je zitbeentjes. Zoek dan het neutrale punt weer op. Sla dat goed op in je brein, zodat je het terug kunt vinden als je gaat paardrijden.
Licht en zwaar
Ga weer op je handen zitten. Voelen je zitbeentjes scherp? Een beetje alsof het naaldhakken zijn? Of voelen ze juist heel zwaar, als werkschoenen met stalen neuzen?
Je wilt graag zitbeentjes die duidelijk voelbaar zijn, maar niet zwaar of scherp. Zeker als je zonder zadel rijdt zijn scherpe of onnodig zware zitbeentjes heel vervelend voor je paard. Maar ook als er wel een zadel tussen zit zal het onprettig zijn, ook voor jou: je rijdt je door en verslijt rijbroeken bij het leven.
Experimenteer dus eens of je tussen lichte en zware zitbeentjes kunt variëren. Ga eerst zo zwaar mogelijk op je zitbeentjes zitten. Laat alles los. Gebruik vervolgens je bilspieren om je zitbeentjes helemaal te laten verdwijnen.
Zoek ook nu weer het neutrale midden. Het punt waar je je zitbeentjes nog duidelijk maar licht voelt. Oefen daarna hetzelfde ook weer ‘zonder handen’.
Te paard
Gaat het goed op de stoel? Kun je je zitbeentjes vinden en ermee spelen? Doe dan dezelfde oefeningen op een stilstaand paard.
Als dat ook lukt, kun je experimenteren met een bewegend paard onder je. Dan wordt het pas echt leuk! En met een beetje mazzel krijg je nog feedback van je paard ook.
Kortom: wees je bewust van je zitbeentjes. Het komt je paardrijden ten goede en je paard zal je dankbaar zijn :-)
© Albertine ’t Hoen
*Eigenlijk zijn het je zitbeenknobbels: het deel van je zitbeen waar je op zit.