Brrrr, wat een winterweer is het. Dit is weer voor andere sporten dan paardrijden. Voor schaatsen, sleeën en skiën bijvoorbeeld. Hier ligt weinig sneeuw, maar is de kikkerpoel prachtig bevroren. Op dat mini-ijsbaantje deed ik voor het eerst in meer dan een kwart eeuw een voorzichtige schaatspoging :-) Dat was super leuk om te doen!
Na afloop van de ijspret bedacht ik me dat de geleende noren van mijn zus en een paard meer met elkaar gemeen hebben dan je zou denken. Ik kwam met het schaatsen dingen tegen die ik ook bij mezelf of anderen tegenkom met paardrijden. Dus daar gaat ie:
Rustige omgeving
Op een echte ijsbaan had ik niet durven schaatsen, dan zou ik bang zijn dat ik ondersteboven geschaatst wordt. Op ons mini-ijsbaantje hoefde ik alleen op mijzelf te letten. De anderen zorgden wel dat ze uit mijn buurt bleven. Al was het maar voor hun eigen veiligheid ;-)
Met paardrijden is het niet anders. Als je niet zo’n held bent of een fris paard hebt is het fijn als er rust in de rijbaan heerst (of als er een braaf en vertrouwd paard bij is). Dan kun jij je op je paard en jezelf concentreren zonder steeds de rest in de gaten te moeten houden.
Veiligheid voorop
Het klinkt misschien stom, maar ik begon dus met een stoel te schaatsen. Ik ben nogal blessuregevoelig en heb een ‘schaatsongeschikte’ enkel. Dan kun je wel heel wild allerlei dingen gaan doen, maar je kunt ook voorzichtig beginnen.
Met paardrijden kun je wel heel stoer op dat woest snurkende dier gaan zitten, maar voor je veiligheid is het dan slimmer als je eerst even longeert. Meestal is dat voor je paard ook fijner, even gek doen en dan geconcentreerd aan de slag.
Luister naar aanwijzingen
Mijn zus is goed in schaatsen, dus die wierp zich meteen op als mijn personal trainer ;-) Haar aanwijzing “Als een aap” met overvloedige apendemo’s (lachen!) hielpen mij enorm. Mede dankzij haar bleef ik ook zonder stoel op de been.
Natuurlijk hoef je met paardrijden niet naar iedereen te luisteren (er staan vaak wel erg veel beste stuurlui aan wal ;-) ). Maar soms geeft iemand je zomaar een echt goede aanwijzing. Doe daar dan iets mee.
Voel wat je doet
Mijn neefje leerde met minimale aanwijzingen in een dag schaatsen. Hij voelde gewoon heel geconcentreerd wat hij deed en puzzelde rustig uit wat voor hem werkte en wat niet. Ik was me ook bewust van mijn lichaam, maar mijn progressie was wat minder spectaculair ;-)
Paardrijden is een gevoelssport bij uitstek. Concentreer je, voel wat je doet, wat werkt en wat niet.
Blijf in het nu
Mijn neefje schaatste een week nadat hij met schaatsen begon zijn eerste rondrit. Daar was hij echt niet mee bezig tijdens zijn eerste schaatspogingen. Maar goed ook, want dat leidt hartstikke af. Net zoals wanneer ik bezig zou zijn met het verleden: “vroeger kon ik leuke figuren schaatsen en nu vind ik op de been blijven al moeilijk”.
Tijdens paardrijden werkt in het nu blijven ook het beste. Je als herintredende ruiter boos maken omdat het vroeger allemaal veel makkelijker ging laat je niet beter of leuker paardrijden. En nu al stressen over die wedstrijd over vier weken helpt ook niet.
Stop bijtijds
Ik ben helemaal niet gewend om te schaatsen, dus mijn kuitspieren verzuurden in no time. Ik had helemaal bibberbenen. Na een poosje gezeten te hebben kon ik er nog even tegenaan, maar daarna was het mooi geweest. Ik heb maar heel even geschaatst en mijn spieren waren toch echt moe.
Bij paardrijden is dat extra moeilijk. Je moet niet alleen op jezelf letten, maar ook op je paard. Voel aan hoe ver je kunt gaan en stop bijtijds. Denk niet te snel dat je te kort getraind hebt; het moment om te stoppen kan per training heel verschillend zijn.
Geniet en geniet na!
Ik had bijna continu een grijns van oor tot oor. Ik vond het zo geweldig om te doen. Twee dagen later zat ik nog helemaal te genieten ervan.
Met paardrijden is het niet altijd genieten, maar vaak wel. Doe dat dan ook en laat je paard mee genieten. Vergeet ook niet na de tijd nog eens te doorleven wat er nou zo fijn was aan je training. Noteer dat, zodat het blijft hangen en je er ook in mindere momenten op terug kunt vallen.
© Albertine ’t Hoen