Consequent en controle: dat kwam steeds weer terug in de clinic van Adelinde Cornelissen op het KNHS-centrum in Ermelo. Of ze nu zelf op een vrij onervaren paard zat of Lichte Tour-amazones lesgaf, ze bleef hameren op het consequent zijn en controle hebben.
De clinic begon verrassend. In een hoek van de rijbaan werd een paard gelongeerd, maar in het midden lagen turnmatjes en een fysiobal. Daar deed Adelinde oefeningen met Tjalling van den Berg en Lammert Haanstra. Wow, knap hoor en tussendoor kan ze nog lachen en grappen maken ook!
Om een atleet (het paard) te ontwikkelen, moet je zelf ook atletisch zijn. Het publiek werd daar meteen actief bij betrokken. Zo gingen we goed op onze stoelen zitten, schudden elkaar als een leider de hand en spraken ons doel tegen elkaar uit. Mooi om daarbij het doel van Adelinde uitgesproken te horen worden.
Vormspanning
Tjalling en Lammert benadrukten het belang van vormspanning. Als je slap bent, ben je niet beschermd en daardoor kwetsbaar. Dat kwam ook in de oefeningen die Adelinde aan de longe deed terug. Tjalling lette daarbij scherp op ‘mooie lijnen’ en vertelde waar dat nog beter kon. Met een oefening van Lammert werd die lijn bij Adelinde dan mooier.
Het was interessant om te zien hoe Adelinde vervolgens een paard naar ontspanning reed. De 7-jarige Jazz kende nog weinig, was voor het eerst van huis en vond het allemaal best spannend. Adelinde maakte zich niet druk om de hoofd-halshouding, waar veel ruiters toch wel op gefixeerd zijn.
Als je je meteen druk gaat maken om die hoofd-halshouding kom je nooit tot ontspanning. En zonder ontspanning geen juiste aanspanning. Om tot die ontspanning te komen reed ze lange, rechte lijnen en schakelde daarin in tempo. Dat helpt om de aandacht bij jou te krijgen.
Tempocontrole
Adelinde legde de nadruk op tempocontrole. Elke dag moet je rem en gas controleren. Je wilt een scherpe reactie op je been of hand, zonder dat het paard je voor is.
Eerst een stap afronden, dan pas naar de volgende. Pas als de ontspanning en tempocontrole goed zijn ga je met de buiging aan de slag. Daarbij wordt het paard gebogen op de rechte lijn door buiging vragen → loslaten → paard blijft gebogen.
Is ook de buiging goed, dan ga je in het gebogene weer schakelen. Pas dan pak je het opzij gaan erbij en dat gaat dan heel makkelijk. Even buitenbeen en hup: een appuyement. Ook dan ben je weer consequent: één keer been moet reactie geven.
De opbouw die Adelinde hanteerde was heel helder. Met de combinaties die later in de baan kwamen bouwde ze dat nog verder uit. Die gingen schakelen in de appuyementen, appuyementen scherper rijden, deden arbeidspirouettes en nog veel meer.
Al met al was het een interessante clinic. Adelinde is een goede spreker, die dingen helder uit weet te leggen. Persoonlijk vond ik het jammer dat de aandacht voor houding en zit die er aan het begin van de avond was, later wat weinig terug kwam. Tot slot een handvol kreten die bij mij zijn blijven hangen:
- Fouten maken mag, ook voor het paard. Gaat iets niet goed: doe een stapje terug.
- Het paard moet steeds naar voren blijven denken.
- Nooit hand en been tegelijk. Ophouding en weer los.
- Geduld! Herhalenherhalenherhalen…
- Niet altijd alles op dezelfde manier doen.
© Albertine ’t Hoen