Zondagmiddag, een heerlijk voorjaarszonnetje. Op de snelweg zie ik cabrio’s en motorrijders voor het eerst sinds de winter weer op pad. En ik… ik ben in een dichte auto :-( op weg naar de Fit Te Paard-test.
Hoe heb ik zo stom heb kunnen zijn. Wie gaat zich op zo’n heerlijke middag nou binnen inspannen. Ik lijk wel gek! Nou ja, ik ben ook wel nieuwsgierig. Het mooie van Fit te Paard is namelijk dat hun programma echt speciaal voor paardrijden bedacht is. Da’s toch wat anders dan op een doorsnee sportschool.
Opluchting
Mijn opluchting is groot als ik op mijn bestemming aankom. Er staat welgeteld één auto geparkeerd! Ik zal me wel vergist hebben in de datum. Dat komt goed uit, nu kan ik lekker op een terrasje van het mooie weer gaan genieten. Dit is overmacht.
Die opluchting duurt maar even. Ik pak de mail erbij, nee de datum klopt. Maar het adres… daar ben ik dus niet. Ik wist 100% zeker waar ik moest zijn. Maar ik wist het dus wel verkeerd ;-) Mijn Tomtom ligt thuis, dus dit wordt ouderwets de weg vragen.
Nog net op tijd kom ik op de goede plek. Met een groepje van 6 (ik haal de gemiddelde leeftijd flink omhoog en heb genoeg blessures voor de hele groep ;-) ) gaan we aan de slag.
De warming-up is buiten in het zonnetje, met uitzicht op paarden. Het kan erger :-) Ik had half-en-half verwacht dat ik daar al af zou haken, maar dat valt reuze mee, ik overleef zowaar de warming-up.
Het echte werk
Daarna begint de echte test. We rennen om pylonnen, moeten ze aantikken en krijgen strafseconden als we ze omgooien. Zo ontstaat een beeld hoe snel we zijn. Ik ben niet eens de langzaamste en ik vind het keigaaf om te doen, veel leuker dan gewoon hardlopen.
Ruud Jacobs geeft ook een toelichting: de een blijkt bijvoorbeeld slecht in afremmen, maar goed in versnellen (interessant om te bedenken hoe dat bij je paardrijden is) en een ander is slecht in pylonnen aantikken en dus stijf.
We springen als kikkers (vanuit stand naar stand), waarbij gemeten wordt hoever we komen. Hilarisch is dat alleen een sprong waarbij je blijft staan telt. Natuurlijk val je prompt om bij je verste sprong.
Simpele oefeningen
Binnen gaan we aan de slag om kracht te meten: heel simpel, zonder ingewikkelde apparaten: alleen een fysiobal en step. Ook het meten is makkelijk, de tijd of het aantal keren tellen. Dat is prima zelf thuis te doen en te meten.
De meeste oefeningen vind ik te lastig om even te beschrijven, die moet je gewoon zelf ervaren. Ik noem er drie die simpel en effectief zijn:
- De leukste oefening vind ik zelf de squat met gewichten in je handen. Een pittige oefening, waarbij veel spiergroepen in actie komen.
- De ligsteun bal is goed voor coördinatie en stabiliteit. Daarbij zet je je voeten (tenen) op de grond en je onderarmen op de fysiobal. Van je lichaam maak je een rechte lijn en dat hou je zo lang mogelijk vol.
- Bij de adductie bal ruglig train je de bovenbeenspieren die je been naar binnen bewegen. Je ligt dan op je rug met de fysiobal tussen je enkels geklemd. Breng je heupen los van de grond en hou zo lang mogelijk vol.
Het was hartstikke leuk om te doen, ook al ging het me niet allemaal super af. Vooral oefeningen waarbij mijn rechterschouder belast werd gingen heel moeilijk. Ik had geen moment het gevoel dat dat stom was of zo. Iedereen deed de oefeningen gewoon zo goed als zij kon.
Dus ook al voel je je niet zo sportief, je kunt rustig zo’n test doen. Het is leuk, geeft je inzicht in je fitheid en je bruist van de ideeën om thuis te oefenen en zo fitter te paard te gaan. En die bibberbenen na de test krijg je er ook nog eens gratis bij ;-)
NB Door die bibberbenen realiseer je je meteen weer hoe een paard zich soms voelt na een (te) zware training.
© Albertine ’t Hoen